vertaling / woordenboek Lingala - Nederlands
bandimbola
bandimbola,
werkwoordsvorm
- infinitief : kondimbola
- tijd : (eleká kala etikalá) passé lointain figé (tosálá = nous avons travaillé) of (mposa) aanvoegende wijs (subjonctief) (drukt wens, voorwaarde, onzekerheid (irrealis) uit) (ezala = que ce soit)
- persoon : derde persoon meervoud (zij/ze/men)
kondimbola,
regelmatige constructie (stam : ndimbol) (klasse 15 : ko- (werkwoorden))
verklaren
meervoud van "ndimbola", "ndimbola"
ndimbola,
mv. bandimbola (klasse 9/10 (2) : - / - (ba-) : meervoud onveranderlijk uit contekst (of informeel/modern ba-))
ndimbola,
mv. bandimbola (klasse 1a/2 : - / ba-)niet officieel meervoud (informeel)
ndimbó,
mv. bandimbo (klasse 9/10 (2) : - / - (ba-) : meervoud onveranderlijk uit contekst (of informeel/modern ba-))
betekenis, uitleg