FR EN NL

vertaling / woordenboek Lingala - Nederlands

ina

ina, werkwoordsvorm

infinitief : koina
tijd : (etinda) gebiedende wijs (loop ! laten we gaan ! luister ! ...)
persoon : tweede persoon enkelvoud (jij/je)

koyina, regelmatige constructie (stam : yin) (klasse 15 : ko- (werkwoorden))
koina, regelmatige constructie (stam : in) (klasse 15 : ko- (werkwoorden))

haten, verachten

afgeleiden : moyini

ina, mv. baina (klasse 9a/10a (2) : - / - (ba-) : meervoud uit contekst (of informeel/modern ba-), niet met n-/m-)

nagellak
plant waarvan de bloemen en bladeren een rode kleurstof geven die als nagellak gebruikt wordt

ina ya manzaka
© pvh (Letitia Nkanza Kalawuma)

1 voorbeeld (ndakisa mókó) ...

mwana ina mwana vernis: kind dat nagelverzorging doet, nagellak aanbrengt (in de straat of aan huis)

e-mail : dic@lingala.be

interessante filmpjes : lingala facile 2018 lingala facile 2019

privéleven & cookies