vertaling / woordenboek Lingala - Nederlands
koina
koina,
werkwoordsvorm
- infinitief : koina
- tijd : (linoko, ebandeli) infinitief (ko-) of in negatieve vorm (etinda) imperatief meervoud
koyina,
regelmatige constructie (stam : yin) (klasse 15 : ko- (werkwoorden))
koina,
regelmatige constructie (stam : in) (klasse 15 : ko- (werkwoorden))
haten, verachten