vertaling / woordenboek Lingala - Nederlands
kobeka
kobeka,
werkwoordsvorm
- infinitief : kobeka
- tijd : (linoko, ebandeli) infinitief (ko-) of in negatieve vorm (etinda) imperatief meervoud
kobeka,
regelmatige constructie (stam : bek) (klasse 15 : ko- (werkwoorden))
lenen
(van iemand)