vertaling / woordenboek Lingala - Nederlands
nakokengela
nakokengela,
werkwoordsvorm
- infinitief : kokengela, kokéngele
- tijd : (ekoya, ndaka) toekomst (ik zal werken, jij zal dansen,...)
- persoon : eerste persoon enkelvoud (ik)
kokengela,
regelmatige constructie (stam : kengel) (klasse 15 : ko- (werkwoorden))
kokéngele,
regelmatige constructie (stam : kengel) (klasse 15 : ko- (werkwoorden))
controleren
bewaken