vertaling / woordenboek Lingala - Nederlands
nalapa
nalapa,
werkwoordsvorm
- infinitief : kolápa
- tijd : (eleká kala etikalá) passé lointain figé (tosálá = nous avons travaillé) of (mposa) aanvoegende wijs (subjonctief) (drukt wens, voorwaarde, onzekerheid (irrealis) uit) (ezala = que ce soit)
- persoon : eerste persoon enkelvoud (ik)
kolápa,
regelmatige constructie (stam : lap) (klasse 15 : ko- (werkwoorden))
zweren