vertaling / woordenboek Lingala - Nederlands
okobonzela
okobonzela,
werkwoordsvorm
- infinitief : kobonza
- tijd : (ekoya, ndaka) toekomst (ik zal werken, jij zal dansen,...)
- persoon : tweede persoon enkelvoud (jij/je)
- infixe : -el : toepasselijk ( ... voor ... / ondergaan )
kobonza,
regelmatige constructie (stam : bonz) (klasse 15 : ko- (werkwoorden))
offeren, een offer doen
kobonzela
offeren aan