vertaling / woordenboek Lingala - Nederlands
kosoka
kosoka,
werkwoordsvorm
- infinitief : kosoka
- tijd : (linoko, ebandeli) infinitief (ko-) of in negatieve vorm (etinda) imperatief meervoud
kosoka,
regelmatige constructie (stam : sok) (klasse 15 : ko- (werkwoorden))
voorstellen