vertaling / woordenboek Lingala - Nederlands
ekonokela
ekonokela,
werkwoordsvorm
- infinitief : konoka
- tijd : (ekoya, ndaka) toekomst (ik zal werken, jij zal dansen,...)
- persoon : derde persoon enkelvoud of meervoud (objecten) (het/dat)
- infixe : -el : toepasselijk ( ... voor ... / ondergaan )
konoka,
regelmatige constructie (stam : nok) (klasse 15 : ko- (werkwoorden))
regen, die uit de lucht