woordenboek / vertaling Lingala - Nederlands [nameka]

nameka, werkwoordsvorm

infinitief : komeka
tijd : (eleká kala etikalá) passé lointain figé (tosálá = nous avons travaillé) of (mposa) aanvoegende wijs (subjonctief) (drukt wens, voorwaarde, onzekerheid (irrealis) uit) (ezala = que ce soit)
persoon : eerste persoon enkelvoud (ik)

komeka, regelmatige constructie (stam : mek) (klasse 15 : ko- (werkwoorden))

uitproberen, proberen, testen
proeven
meten

komekola
wedijveren, rivaliseren
imiteren, nadoen

Peter ameki mbinzo
© pvh

afgeleiden : momekano, emekele

4 voorbeelden (bandakisa mínei) ...

komeka mozindo na mosapi te.: Men meet de diepte niet met z'n vinger.
pesa ngai emekele ya bolayi nameka bolayi ya lopango na ngai: Geef me een lengtemeter dat ik de dimensies van mijn terrein meet
meka nanu kotanga oyo.: Probeer al dat te lezen.
kobosana te, soki omeki kobimisa sekele oyo tokobeta yo !: Vergeet niet, als je probeert om dit geheim naar buiten te brengen, zullen we je slaan !

vertaling / woordenboek Lingala - Nederlands