woordenboek / vertaling Lingala - Nederlands [abombaka]

abombaka, werkwoordsvorm

infinitief : kobómba
tijd : (ezalisi emesaná) tegenwoordige tijd met gewoonte (-aka) ou (eleká kala emesaná) passé lointain (-áká)
persoon : derde persoon enkelvoud (hij/zij/ze)

kobómba, regelmatige constructie (stam : bomb) (klasse 15 : ko- (werkwoorden))

verbergen, opslaan, bewaren, opzijzetten, bewaken, sparen, opsparen

kobómbama
verborgen zijn

kobómbola
openbaren, onthullen

Bomba pe Tinda. Mosolo Ofele!
src : africell RDC

afgeleiden : ebómbelo, mbómbóli, ebombamelo, ebómbeli, ebómbameli

7 voorbeelden (bandakisa nsambo) ...

bombabomba mabe.: Teveel verbergen is slecht.
Moto azoya, bomba yango nokinoki.: Er komt iemand (er is iemand aan het komen), verstop dat vlug vlug.
eloko nalakisa te. Nalingi yo. Nabombi yango na kati ya motema na ngai.: Er is iets dat ik niet laat zien. Ik hou van je. Ik heb dat in mijn hart verborgen.
azoya, bombana noki: Ze komt af, verstop je vlug
babomba bilei wana malamu.: Dat ze dat eten maar goed verbergen.
alobaka mingi mpe abombaka sekele te: Ze praat veel en ze houdt nooit een geheim.
Abombaka miliki na se ya mbeto.: Ze verbergt de melk onder het bed.

vertaling / woordenboek Lingala - Nederlands