vertaling / woordenboek Lingala - Nederlands
ezokola
ezokola,
werkwoordsvorm
- infinitief : kokóla
- tijd : onvoltooid tegenwoordige tijd (-zali ko-) (Ik ben aan het ...)
- persoon : derde persoon enkelvoud of meervoud (objecten) (het/dat)
kokóla,
regelmatige constructie (stam : kol) (klasse 15 : ko- (werkwoorden))
groeien, opgroeien
verhogen
rijpen, volwassen worden
kokólisa
opvoeden
kokólola
scheren (gezicht, hoofd)
schrapen