vertaling / woordenboek Lingala - Nederlands
suba
suba,
werkwoordsvorm
- infinitief : kosuba
- tijd : (etinda) gebiedende wijs (loop ! laten we gaan ! luister ! ...)
- persoon : tweede persoon enkelvoud (jij/je)
kosuba,
regelmatige constructie (stam : sub) (klasse 15 : ko- (werkwoorden))
plassen, pipi doen
andere woorden met de tag 'hygiene' : ekólele,
ekólóngónélé,
mukinza,
kosumba,
kosokola,
kosuba,
muswáki,
malási,
mókínza,
masúba,
nyeí