woordenboek / vertaling Lingala - Nederlands [benga]

benga, werkwoordsvorm

kobénga, regelmatige constructie (stam : beng) (klasse 15 : ko- (werkwoorden))

(iemand) roepen, oproepen
(ook aan de telefoon)
noemen, benoemen

benga voisin
© pvh

Benga ya ofele
src : Twitter Africell Congo RDC

afgeleiden : ebéngeli

9 voorbeelden (bandakisa libwá) ...

Tata azali na libanda. Benga ye.: Papa is buiten. Roep hem.
Benga ngai lobi.: Bel me morgen.
benga ngai. Ozokima ngai na phone.: Bel me. Je ben me aan het ontwijken aan de telefoon.
na poto tango ya malili ebengami hiver: in Europa wordt de koude tijd 'hiver' (winter) genoemd
engunduka akoki komema motuka na yo tii na bisika ya bangomba ya milayi milayi ebengami Alpe.: De trein kan je auto meenemen naar een plaats met zeer grote bergen genaamd de Alpen.
nakobenga yo lobi na pokwa: Ik zal je morgenavond bellen.
Nabengaki liboso ya koya.: Ik had gebeld vooraleer te komen.
Oyo nde oza kobenga " kolata malamu " ?: Is dát wat je noemt " goed kleden " ?
Benga mbila: Bel de politie

kobenga, regelmatige constructie (stam : beng) (klasse 15 : ko- (werkwoorden))

volgen, achtervolgen
zich neerleggen

kobengana
jagen, verjagen, wegjagen, verdrijven, verwerpen, wegzenden
uitdagen

1 voorbeeld (ndakisa mókó) ...

Bolimbisi papa, kobengana mama na ndako te.: Alstublief papa, jaag mama het huis niet uit.

vertaling / woordenboek Lingala - Nederlands