woordenboek / vertaling Lingala - Nederlands [bobele]

bobele, werkwoordsvorm

infinitief : kobéla, kobéle, kobéla
tijd : (ezalisi) OTT - onvoltooid tegenwoordige tijd (ik werk, ik dans,...) of VTT - voltooid tegenwoordige tijd (ik heb gewerkt, ik heb gedanst,...) (-i)
persoon : tweede persoon meervoud (jullie)

kobéla, regelmatige constructie (stam : bel) (klasse 15 : ko- (werkwoorden))

koken, bakken

kobélisa
iets laten koken / bakken

madesu ezobela
src : esepelisa

3 voorbeelden (bandakisa mísáto) ...

kobosana kotala biloko te soki ebeli.: Vergeet niet naar het eten te kijken of het gaar is.
nazozela supu na ngai ebela po nalia: Ik wacht dat mijn soep klaar dat ik kan eten.
tika nzungu polele pona biloko ebela malamu: Laat de kookpot open zodat het voedsel goed kookt.

kobéle, regelmatige constructie (stam : bel) (klasse 15 : ko- (werkwoorden))
kobéla, regelmatige constructie (stam : bel) (klasse 15 : ko- (werkwoorden))moderne versie

ziek zijn, onwel zijn

kobélisa
ziek maken

afgeleiden : mobeli

tags :

werkwoorden met [ko...e]

6 voorbeelden (bandakisa motóbá) ...

nani alobi nazali kobela makasi ?: Wie zei dat ik erg ziek was ?
kobela te po lobi tokobina: Niet ziek zijn want morgen gaan we dansen.
maman nkulutu na biso azobela makasi: De grote zus van mijn mama is erg ziek.
Nazokende na mwana na ngai na lopitalo. Azobela.: Ik ga met mijn kind naar het ziekenhuis. Hij is ziek.
abelaka bokono ya ndeke: Ze lijdt aan epilepsie.
aza kobela bokono ya ebola: Ze lijdt aan de ebola ziekte.

bobele

(voor het woord) alleen (zie NSE, kaka), alleen,
(na het woord) permanent, van nu af aan

zie ook : káka, sé

1 voorbeeld (ndakisa mókó) ...

bobele ye, mosusu te !: enkel hij, niet een andere !

vertaling / woordenboek Lingala - Nederlands