vertaling / woordenboek Lingala - Nederlands
bozenge
bozenge,
werkwoordsvorm
- infinitief : kozenga
- tijd : (ezalisi) OTT - onvoltooid tegenwoordige tijd (ik werk, ik dans,...) of VTT - voltooid tegenwoordige tijd (ik heb gewerkt, ik heb gedanst,...) (-i)
- persoon : tweede persoon meervoud (jullie)
kozenga,
regelmatige constructie (stam : zeng) (klasse 15 : ko- (werkwoorden))
snijden