vertaling / woordenboek Lingala - Nederlands
nasilisa
nasilisa,
werkwoordsvorm
- infinitief : kosila
- tijd : (eleká kala etikalá) passé lointain figé (tosálá = nous avons travaillé) of (mposa) aanvoegende wijs (subjonctief) (drukt wens, voorwaarde, onzekerheid (irrealis) uit) (ezala = que ce soit)
- persoon : eerste persoon enkelvoud (ik)
- infixe : -is : oorzakelijk/causatief ( doen/laten ... )
kosila,
regelmatige constructie (stam : sil) (klasse 15 : ko- (werkwoorden))
beëindigen, afwerken
kosilisa
beëindigen, afwerken