vertaling / woordenboek Lingala - Nederlands
basombaka
basombaka,
werkwoordsvorm
- infinitief : kosómba
- tijd : (ezalisi emesaná) tegenwoordige tijd met gewoonte (-aka) ou (eleká kala emesaná) passé lointain (-áká)
- persoon : derde persoon meervoud (zij/ze/men)
kosómba,
regelmatige constructie (stam : somb) (klasse 15 : ko- (werkwoorden))