tijd : (ezalisi) OTT - onvoltooid tegenwoordige tijd (ik werk, ik dans,...) of VTT - voltooid tegenwoordige tijd (ik heb gewerkt, ik heb gedanst,...) (-i)
persoon : derde persoon enkelvoud of meervoud (objecten) (het/dat)
Djo wist dat abortus plegen een grote zonde is, maar zijn verloofde was zwanger geraakt en Djo had niet de mogelijkheid om te trouwen en een kind op te voeden.