na maverouderd, archaïsch wa(genitief van klasse 3, mo-)verouderd, archaïsch laverouderd, archaïsch moaverouderd, archaïsch
van (zie artikel om te kiezen tussen na of ya)
en (opsomming, niet om twee zinnen te combineren (voegwoord), daarvoor wordt pe of mpe gebruikt)
aan, met, in, op
Ik weet dat hij zal opstaan als laatste in mijn leven. Hij zal binnendringen in mijn zaken. God, sta op, dring binnen in mijn zaken. Hij zal opstaan om mijn veroordeling te onderbreken.
Djo wist dat abortus plegen een grote zonde is, maar zijn verloofde was zwanger geraakt en Djo had niet de mogelijkheid om te trouwen en een kind op te voeden.
De gelovige gaat naar Dubai, hij brengt stoffen mee voor mama Pastoor. Mama pastoor gaat naar Dubai, ze brengt stoffen terug en verkoopt ze aan de gelovigen op krediet.